Herdenken
Het zit me dwars. Het zit me
dwars dat de burgemeester uit Vorden aangeklaagd dreigt te worden voor het
ontkennen van de Holocaust. Alleen maar omdat ze in Vorden eens anders wilden
herdenken dan we altijd al deden. Alle doden herdenken.
Deze burgemeester aanklagen voor
het ontkennen van de Holocaust. Het voelt niet goed. Het slaat nergens op. Als
iets niet goed voelt bij mij, dan klopt het ook ergens niet blijkt later
vrijwel altijd. Maar dit is wel een lastige.
Ik vind de dodenherdenking op de
Dam altijd emotioneel. De last post, twee minuten intense stilte, de veteranen
van toen die er nog steeds bij zijn. Ik ben maar van 15 jaar na de Tweede
Wereldoorlog. Zeg nou zelf, wat is 15 jaar. Maar daarom ben ik er misschien wel
meer mee bezig, elk jaar begin mei.
Mijn ouders en grootouders
hebben de oorlog destijds heel bewust mee gemaakt. Daarom ben ik er misschien
ook nog wel steeds mee bezig. Mijn grootouders hebben in mijn herinnering
nagenoeg niets verteld over de oorlog. Mijn ouders gelukkig wel en vooral mijn
moeder des te meer.
Op onze boerderij zaten
onderduikers. O.a. Karel, een vervolgde Armeen. Op een andere boerderij in de
familie van één van mijn oma’s zaten ook onderduikers. Vooral ook Joden heb ik
ooit begrepen. Soms was het erg spannend, toen de Duitsers mijn opa dreigden op
te halen. Maar hij was niet thuis.
Mijn oma bonjourde de Duitsers
het erf af en gaf ze op niet mis te verstane wijze te verstaan dat ze niet
moesten denken dat mijn opa met hen mee zou gaan. Hij hoorde thuis op de
boerderij. Onder het hooi op de zolder in de schuur lag Karel al klaar. Met twee
handgranaten. Hij had het gedaan.
Dat liep toen goed af, en de
oorlog voor mijn familie en de onderduikers ook. Toen ik een tiener was heb ik
Karel en zijn gezin nog wel eens ontmoet. Bij ons op de boerderij. Hij noemde
opa en oma zijn vader en moeder en mijn vader zijn broer. Ik zag aan mijn
ouders wat dit nog steeds met hen deed.
Mijn ouders hebben ons geleerd
te vergeven en dat oorlog iets verschrikkelijks was. Iets dat nooit meer terug
moest komen. Er was toen zoveel verdriet. Ons huis stond altijd letterlijk open
voor iedereen. Voor Armenen, Joden, blank, bruin, katholiek, protestant,
atheïst. Verdraagzaam dus.
Duitsers bleven wel Moffen voor
mijn moeder. Ze kon dat woord ook zo fel uitspreken. Maar toen De Muur viel
zaten we beiden aan de buis gekluisterd. Allebei kippenvel. Zou de vrede binnen
Europa dan eindelijk tot stand komen, vroeg zij zich af. Nooit meer oorlog in
Europa?
Zelf was ik anderhalf jaar
geleden in Nordhausen. Bij kamp Dora. In de tunnels werden de V1 en V2 in
elkaar gezet. Op de mooiste dag in september zat ik daar in het lange gras
tussen bloeiende veldbloemen. Zo mooi, zo sereen en daarom zo onwerkelijk omdat
daar zoveel verdriet was.
Daarom sta ik elk jaar nog stil
op 4 mei om doden te herdenken. Mensen die stierven voor vrijheid van anderen,
die stierven omdat anderen hen het leven niet gunden. Er waren ook Duitsers die
de oorlog ook nooit gewenst hadden. In het verkeerde land leefden, op het verkeerde
moment.
Dus als iemand alle doden wil
herdenken van een oorlog moet ieder voor zich dat weten. Want daar vochten ze
destijds voor. Vrijheid van denken en doen. Het is goed als je er nu anders naar
wil kijken en het een andere Dodenherdenking wil laten zijn. Het past wel in de
veranderende tijdgeest.
Of mijn moeder het er ook mee
eens zou zijn in Vorden. Ze had een groot hart, maar of ze dat vergeven kon of
wilde. Denk nog niet. Ze zou het wel respecteren. En al helemaal een
burgemeester niet beschuldigen van het ontkennen van de Holocaust. Dat had ze
absurd gevonden.
In de commentaren van de
afgelopen weken in kranten viel mij een opmerking op. Die pakte me ook direct
en bleef hangen in mijn hoofd. Een man schreef: ‘Op 4 mei herdenk ik niet alleen
de Joden, ik herdenk alle doden die in ons land vielen. En dat bepaal ik zelf
wel.’
Ik was diep geraakt door de
toespraak van oud-generaal van Uhm. Hoe kwetsbaar durf je te zijn. Hoe
duidelijk ook. Het kan toch niet anders dat wat in Vorden met een burgemeester
gebeurd ook bij hem niet goed voelt. En niet alleen omdat die burgemeester eens
iets anders voorstelde.
De laatste woorden uit zijn
toespraak van 2 weken geleden:
Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei ons helpt om in
tijden van ‘ik’, het
‘wij’ terug te vinden.
Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’, ontstaan
de goede dingen.
Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.
Dat moeten wij blijven herdenken.
Dat moeten wij blijven afspreken.
Met onszelf.
En met elkaar
Dit geldt voor ons allemaal.
ALLEMAAL!